Pater Kolbe zag toen kans om een prins, genaamd Drucki-Lubecki, een bekende groot-grondbezitter van die streek, te interesseren voor de zaak van de M.I. en hem een terrein in de nabijheid van Warschau ter beschikking te stellen, waarop de drukkerij van Grodno geplaatst werd en een nieuw klooster gebouwd werd. Dit is de stichting van Niepokalanow, de Stad van de Onbevlekte. Naast de drukkerij waren er een kapel, een klein seminarie, een noviciaat, de administratie, een ziekenafdeling, een elektrische centrale, werkplaatsen voor smeden, timmerlui, schoenmakers en kleermakers, de keuken, wasserij, bakkerij, een eetzaal voor 1.000 personen, nog een apart gebouw voor de brandweer en verder een spoorwegstationnetje. Wat betreft de brandweer dient nog opgemerkt te worden dat deze ook het bevel voerden over de brandweerkorpsen van de dorpen uit de omgeving, omdat zij meestal het eerst arriveerden bij branden in de wijde omtrek.
Naast het blad “De Ridder der Onbevlekte” bestonden er 7 andere tijdschriften alsmede talrijke boeken over heiligen, de opvoeding en pastorale en ascetische werken. Alles diende ter verheerlijking van de Onbevlekte. Het volk werd zo onderricht en opgevoed in de katholieke leer, het werd gevormd in de christelijke gebruiken en voorschriften, de Kerk werd verdedigd tegen de aanvallen van de vrijmetselaars, de heidenen en de radicalen, die met hun zogenaamde secularisatie de Kerk zouden willen vernietigen.
Krantenverkopers weigerden de krant van Pater Kolbe, omdat ze er niet genoeg aan zouden verdienen. De concurrenten beschuldigden de krant van onrechtvaardigheid, omdat hij veel goedkoper was. Ook tegen een initiatief om apostolaat te verrichten via de radio kwam heftige tegenstand. Ondanks alles bleef de geest van armoede heersen, een vurige devotie tot de Onbevlekte, een ware geest van naastenliefde en een grote eendracht. In een paar jaar tijd groeide Niepokalanow uit tolt de grootste communauteit ter wereld: in 1939 waren er 13 priesters, 18 fraters, 527 broeders, 122 priesterstudenten en 82 kandidaten in opleiding voor broeder. Per jaar dienden zich 1800 kandidaten aan met een roeping, maar er werden er maar ongeveer 100 van aangenomen. Van die 100 slaagden ongeveer 50 erin hun professie te doen. Pater Kolbe wenste ook dat de broeders Niepokalanow verlieten om te reizen, retraites te geven, missies en toespraken te houden, biecht te horen en de afdelingen van de Ridderschap te bezoeken. De oplage van “De Ridder” bedroeg in 1930 350.000 exemplaren en het werd met honderdduizenden over de hele wereld verspreid in diverse talen. Ondanks alle succes en uitbreiding drukte Pater Kolbe zijn medebroeders op het hart dat de ware vooruitgang van Niepokalanow bestond uit de heiliging van hun zielen door het streven naar een steeds grotere gelijkvormigheid met de wil van de Onbevlekte. Daartoe wilde Pater Kolbe er ook altijd de altijddurende aanbidding van het allerheiligste Sacrament.