De revolutie die het Tweede Vaticaans Concilie met zich meebracht, spaarde ook de MI niet en bracht radicale veranderingen:
1) De naam
Het begon met het veranderen van de “te militante” naam van de MI naar “Missie van de Onbevlekte” om zo beter te beantwoorden aan de grondslagen van godsdienstvrijheid en het conciliaire pacifisme. Gauw erna werden de statuten aangepast aan de geest van het Concilie. De citaten in de nieuwe statuten zijn exclusief van conciliaire teksten en van teksten van Paus Paulus VI en Johannes Paulus II, samen met hier en daar wat citaten van Sint Maximiliaan Kolbe.
2) Het doel
Deze herziene statuten geven een volledig nieuw doel aan de MI Er
wordt niets meer vermeld over de bekering van de ketters,
vrijmetselaars, enz. Zelfs het schietgebed van de MI, “O Maria zonder
zonde ontvangen…” is beroofd van zijn laatste zin, die de stichter had
toegevoegd: “en voor al degenen die hun toevlucht niet tot U nemen, in
het bijzonder de vrijmetselaars en diegenen die U zijn toevertrouwd”. De
bekering van zielen, de strijd tegen het kwade en de strijd om gevallen
Katholieken terug naar de Kerk te brengen zijn niet langer terug te
vinden in de statuten. Er wordt geen woord meer gezegd over Satan, de
aartsvijand van de Onbevlekte en van zielen en daardoor, logischerwijze,
geen woord meer over de redding der zielen, die tegen elke prijs uit de
klauwen van de hel moeten worden verlost.
3) De essentie
Wat betreft de essentie van de MI, is er nog steeds sprake van een totale toewijding aan de Onbevlekte, maar wat deze toewijding juist inhoudt is volledig veranderd. Geen woord over totale gehoorzaamheid aan de wil van de Immaculata; in plaats van het apostolaat van de verspreiding van het Ware Geloof, ligt nu de nadruk op activiteiten dat de waardigheid van de mens promoot en het menselijk leven beschermt.
4) De Moeder Gods
… wordt veeleer weergegeven als een voorbeeld en model dat we moeten navolgen. Verder zwijgen de nieuwe statuten over wat Sint Kolbe noemt “de praktische toepassing van het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis”, meer bepaald haar actieve rol als Middelares van alle genaden (een waarheid die sinds Vaticanum II is teruggebracht tot louter een opinie), vooral de genaden van bekering en heiliging. Herdoor wordt ontkend wat de oprichter als het fundament van heel zijn beweging beschouwde.
“Al het werk van de MI is gebaseerd op het feit dat Maria de Middelares is van alle genaden. Als dit niet waar zou zijn, zouden al onze werken en inspanningen zinloos zijn.” (Uit een conferentie van 6 juni 1933).