De medailles van een sportheld

Een bezorgde jongeman en een zustertje

Mike! Wij gaan met zijn allen met de bal naar het braakliggend terrein, kom je mee?” “Sorry jongens, maar ik heb iets belangrijks te doen deze ochtend! Ik dwaal al een uur door de straten van de wijk op zoek naar Zuster Mechtilde, maar tot nu toe kan ik haar niet vinden.” “Wat voor belangrijks heb je te zeggen tegen die zuster? Normaal ben je meteen van de partij als we gaan honkballen!” “O – ik heb nu niet de tijd om het uit te leggen; later, ik beloof het! Maar jullie veel plezier!”[1]

In de stad Jersey City in Amerika waar Mike woont, kent iedereen of bijna iedereen Zuster Mechtilde.[2] Sinds haar intrede in het klooster van de Zusters Dienaressen van Jezus en Maria in 1904 is het al meer dan 40 jaar dat men haar elke ochtend de straten ziet doorkruisen, een klein karretje duwend, bedelend om een kleine bijdrage of gift voor haar gemeenschap. Ondanks haar verlegenheid en voorliefde voor het beschouwende leven is deze beste zuster door haar overste aangewezen als ‘zuster collectant’, en zij doet dit werk zo goed, dat, ondanks haar jarenlange dienst en haar gevorderde leeftijd, er binnen de gemeenschap niemand is die eraan denkt om haar een andere taak te geven. Elke dag, tussen haar uren van aanbidding bij het Allerheiligste en haar leven in de gemeenschap, dribbelt het nederig zustertje door het stadje om de overvloed van de rijke op te halen en de kleine aalmoes van de arme. In ruil voor de ontvangen gift deelt zij op haar beurt weer uit van de geestelijke rijkdom die ze heeft opgedaan tijdens haar uren voor het Tabernakel. God heeft haar de genade van een gevoelig hart gegeven, een hart vol begrip en dat meeleeft met het lijden van de naaste. In het stadje is ze eigenlijk meer apostel dan bedelaarster van materiële zaken. Naast het goede woord dat ze overal zaait, is ze ook vrijgevig met medailles en Rozenkransen. O, die medailles! Ze zou ze wel aan iedereen willen geven om aan het verzoek van onze goede Hemelse Moeder te beantwoorden. En Maria heeft haar een handje geholpen: een weldoener is haar officiële sponsor geworden om Wonderdadige Medailles te verspreiden. Dat stelt haar in staat om de medailles rijkelijk uit te delen onderweg.

Om zichzelf maakt Zuster Mechtilde zich niet zo druk. Sedert haar jeugd eet ze al weinig en ze eet nu nog minder. Ze staat elke dag om 4.00 uur op, gaat een uur naar de kapel voor aanbidding, neemt deel aan de Mis en begint dan met haar bedelrondje en gaat ze gezinnen bezoeken. Overal wordt ze warm onthaald. Nooit accepteert ze een versnapering of een drankje dat men haar zo welwillend aanbiedt, maar alles wat nuttig kan zijn voor haar gemeenschap neemt ze graag aan: groente, oude schoenen of brillen … Ze neemt alles glimlachend aan en vervolgt haar route terwijl ze haar Rozenhoedje bidt.
Mike kent de zuster goed en heeft al veel verhalen over haar gehoord; voor iedereen is “de zuster van de medailles” een heilige! En daarom wil Mike haar ook graag spreken. Eindelijk, op een kruispunt, ziet hij haar, wachtend voor rood licht.

Een succesvolle carrière met een keerzijde

“Goedemorgen zuster! Ik ben blij u gevonden te hebben, want ik heb u iets te vragen. Als u wilt, dan duw ik uw karretje en dan bespreken we mijn probleem al lopend?” “Graag, mijn jongen! Ik geloof dat ik je ken? Hebben jouw ouders niet een café niet ver van het station vandaan? Ze zijn vrijgevig! Elke keer dat ik bij hen langskom, geven ze me wel het één of het ander.” “Dat is waar; mijn ouders zien u graag. In de woonkamer hebben we het mooie plaatje van Maria dat u ons een keer heeft gegeven, weggezet; ikzelf houd van de goede God en de catechismuslessen, maar bij ons thuis bidden we niet zo veel …” “Is het daarover dat je me wilt spreken?” “Niet echt, ik wilde graag raad vragen. Ziet u, ik ben fan van honkbal, en al vanaf dat ik heel klein was, luisterde ik met papa naar alle belangrijke wedstrijden op de radio. Ik ben een grote fan van Babe Ruth!” “Babe Ruth? Wie is dat?”

“O zuster, zegt u me niet dat u de beste honkballer aller tijden niet kent? Hij heeft nog nooit een wedstrijd verloren, heel de wereld kent hem … en weet u, toen hij klein was, hadden zijn ouders ook een eethuisje, net zoals die van mij. Maar zij letten niet zo op hem en al gauw haalde hij streken uit. Zijn ouders stuurden hem uiteindelijk met zeven jaar naar een pensionaat, dat geleid werd door religieuzen. Iedereen dacht dat hij onverbeterlijk was, behalve het hoofd van de discipline, Broeder Matthias. Die zag de goede kant van Babe en ook zijn grote aanleg voor honkbal. Hij heeft toen tijd genomen om de jongen verschillende technieken aan te leren. Dat ging zó goed, dat de directeur van het pensionaat, die onder de indruk was van de prestaties van Babe, contact heeft opgenomen met de eigenaar van een grote honkbalclub. Die begreep al gauw dat Babe een kampioen zou worden en bood hem een baan aan binnen het team. George Herman Ruth jr., zoals hij heette, was toen maar pas 19 jaar en omdat hij zo jong was, kreeg hij de bijnaam Babe. Hij heeft onder meer gespeeld bij de Boston Red Sox, de New York Yankees en de Boston Braves, en gaat door voor de beste honkballer aller tijden. Weet u, hij is niet alleen een kei in honkbal, hij is ook een sympathieke man en een kindervriend. Zo is hij hier drie jaar geleden komen spelen en al de kinderen van de stad mochten gratis komen kijken!”

“God zal zijn vrijgevigheid wel belonen …” “Ja precies zuster, ik was gelukkig te lezen dat Babe heel dankbaar was jegens de paters die zich over hem hebben ontfermd toen hij kind was, en ik dacht eigenlijk dat hij nog altijd een goed christen was. Maar enige tijd geleden hebben vrienden van school me een boek over zijn leven geleend en daaruit begreep ik dat hij door het succes van het pad afgedwaald is. Hij houdt nu van goed eten, alcohol drinken en feesten. En daardoor ben ik bang dat hij niet meer in vriendschap met God leeft!”

Goede raad van het zustertje

“Het is heel goed dat je bezorgd bent over zijn ziel; maar weinigen zullen eraan denken voor hem te bidden. Doe jij het maar wel …” “Zuster, zojuist hoorde ik op de radio dat hij ernstig ziek is en aan kanker geopereerd zal worden. Zegt u mij welk gebed ik kan bidden, opdat hij zich bekeert!” “Luister, we zullen allebei voor hem gaan bidden; we gaan hem toevertrouwen aan Maria! Zij is almachtig op het Hart van Jezus … bid je soms het Rozenhoedje?” “Maria? Maar is het niet beter om direct God aan te roepen?” “Wacht even! Kijk naar deze Wonderdadige Medaille. Ken je er de geschiedenis van?” “Ja, een beetje …” “Catherine Labouré heeft de Maagd Maria gezien met haar handen geopend. Van haar vingers kwamen stralen die op de aarde vielen. De H. Maagd heeft aan Catherine uitgelegd dat die stralen de genaden voorstelden die ze uitdeelde aan de mensen die erom vroegen. Maar van sommige plekken van haar vingers kwamen geen stralen, omdat de mensen ongelukkigerwijze haar niets vroegen, of niet om die genaden! Maria heeft ook nog gezegd: ‘Degenen, die deze medaille met vertrouwen dragen, zullen grote genaden krijgen’. Zie je, Jezus had op aarde kunnen komen zonder langs Maria te gaan; Hij had ook Zijn genaden uit kunnen delen zonder haar hulp. Maar het is een feit dat Hij langs haar wil gaan! Al de genaden die Hij heeft verdiend tijdens Zijn lijden, heeft Hij toevertrouwd aan Maria, opdat zij ze kan uitdelen aan de mensen van goede wil. ‘Wanneer zij wil, aan wie zij wil, zoals zij wil, zoveel zij wil,’ zoals de H. Bernardus pleegt te zeggen. “Dan zal ik goed tot Maria gaan bidden. En, ik beloof het u, zuster, mijn best te doen een Wonderdadige Medaille te sturen aan onze kampioen!”

De volharding beloond

Enkele dagen later was Mike blij zijn brief voor Babe Ruth te kunnen versturen. De kranten kondigden spoedig aan dat de operatie van de sportieveling goed was verlopen en het gevaar geweken.

Mike en Zuster Mechtilde bleven echter dagelijks bidden voor hun beschermeling. Twee jaren verstreken zo tot 16 augustus 1948. Die dag kondigden de kranten met dikke letters het overlijden aan van de kampioen. Maar drie dagen na dit droevige bericht publiceerde de ‘Guideposts’, een tijdschrift dat door duizenden Amerikanen werd gelezen ‘het geestelijk testament’ van Babe Ruth, die erop had gestaan dit aan hen te versturen kort voor zijn dood:[3]

“Mijn vrienden, ik geef het toe, ik ben niet altijd een goed katholiek geweest. Ik heb me verwijderd van de Kerk. Maar ik ben nooit de uitmuntende geestelijke vorming vergeten die de goede paters mij hebben gegeven in mijn jeugd! Ik heb altijd gebeden, maar het geloof verdween naar de achtergrond in mijn leven. Mensen denken vaak dat kinderen die naar de zondagschool worden gestuurd niet gelovig worden en uiteindelijk de Kerk haten. Geloof het niet: het geloof bezinkt en blijft diep van binnen. Het is alsof er een klein, stevig kapelletje is, waar ze bij problemen altijd naar toe kunnen gaan, ook al zit alles onder het stof. Ik weet het van de brieven die ik kreeg van kinderen en van de activiteiten die ik met hen deed. Ik bleef ook teruggaan naar Broeder Matthias en de kinderen die ik daar achterliet. Ik als geen ander ken de moeilijkheden in de jeugd. Ik geloof dan ook dat een christelijke opvoeding het beste is dat een kind kan krijgen.

Toen ik in New York een appartement bewoonde, bleef ik bidden voor een groot raam dat ik daar had. Ik vroeg God dat ik mocht worden hoe Hij het wilde.

In december 1946 werd ik opgenomen in het Franse ziekenhuis in New York, en werd ik geconfronteerd met een ingrijpende operatie. Paul Carey, één van mijn beste vrienden, zei me toen: ‘Ze gaan je morgen opereren. Denk je er niet over om je huis op orde te brengen?’ Ik heb meteen begrepen wat hij bedoelde en voor de eerste keer besefte ik, dat ik kon komen te overlijden. Ik heb geknikt en Paul is opgestaan om een priester te halen en ik heb een generale Biecht afgelegd. De priester kwam de dag erna terug met de H. Communie. Hij zei me dat ik niet hoefde te vasten, maar ik zei dat ik het wel zou doen. Ik heb zelfs geen druppel water gedronken.

Toen ik die avond in bed lag, voelde ik een immense vrede van binnen; ik was vrij van angsten en zorgen en ik ben gerust ingeslapen. Mijn ziel was klaar voor de grote oversteek!

Maar de goede God stond toe dat de operatie slaagde. Het risico was groot dat ik weer terug zou vallen in dezelfde slechte neigingen, maar gelukkig bracht mijn vrouw me enkele dagen na mijn operatie de brief van een jonge supporter, die me schreef: ‘Beste Babe, ik bid alle dagen voor u. Ik stuur u een Wonderdadige Medaille. Als u hem draagt, dan maakt Maria een beter mens van u, dat heeft ze beloofd! Uw vriend Mike Quinlan’. Ik geef toe dat die brief me heeft getroffen. Ik heb mijn vrouw gevraagd de medaille op mijn pyjama te spelden. En sindsdien heeft deze me niet meer verlaten. Vandaag kan ik bevestigen dat Maria haar belofte heeft gehouden en dat ik een beter persoon ben geworden. Ik sterf met de vrede in mijn ziel. Ik neem de medaille mee in mijn graf.”

Een aanmoediging voor het apostolaat

De vrienden van Mike waren niet verbaasd dat na de publicatie van deze tekst Mike een onvermoeibaar apostel van Maria werd. In navolging van Zuster Mechtilde begon hij medailles uit te delen. Dit apostolaat scheen hem altijd steeds gemakkelijker, en het moet gezegd worden dat Babe Ruth er magnifieke reclame voor had gemaakt!

Laat dit verhaal ons als Ridders van de M.I. aansporen tot het eveneens onvermoeibaar uitdelen van Wonderdadige Medailles. Denken we ook aan de woorden van Zuster Mechtilde, dat er weinig of geen mensen aan denken om te bidden voor beroemde persoonlijkheden. Wij hebben zelf vaak ook een voorkeur voor een bepaalde zanger, een acteur, iemand uit de sportwereld en bewonderen deze persoon voor diens prestaties. Bidden wij ook voor deze personen, want vaak zijn ook zij afgedwaald van het goede pad en leiden een werelds leven. Misschien is het zelfs ook mogelijk een medaille naar hen op te sturen! We weten nooit hoe een dubbeltje rolt.

Zetten wij ons werk van apostolaat daarom onverminderd voort – onze goede hemelse Moeder zal ons ervoor belonen.

Dit artikel is een vertaling van een artikel uit ‘Le Courrier des Croisés’ april 2021 nr. 269, het maandelijkse EK-blad uitgegeven door de priorij van Brussel

Referenties

  1. http://www.monials-op.ch/fileadmin/user_upload/jeunes/
  2. https://servantesdejesus-marie.org/s-mechtilde/vie-de-priere-et-communautaire-de-soeur-mechtilde
  3. https://www.guideposts.org/better-living/positive-living/guideposts-classics-babe-ruth-foundation-of-faith